Op 9 november 2020 heeft D-RT Groep een onderhands akkoord aangeboden aan 2 van haar aandeelhouders en 1 schuldeiser. Toen was het nog niet mogelijk om schuldeisers te dwingen mee te werken aan het akkoord. De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) is immers pas op 1 januari 2021 in werking getreden. Voor 2021 kon 1 dwarsliggende schuldeiser dus leiden tot het afketsen van een akkoord en een daaropvolgend faillissement. Dit is ook het geval bij deze zaak, waarbij de uitspraak dateert van 1 december 2020.
Schuldeiser weigert akkoord
D-RT Groep heeft zowel aan haar aandeelhouders D-RT Group Netherlands B.V. en Raiffeisen Tourstik Group GmbH (RTG) als aan haar schuldeiser Stichting Uniconsult een onderhands akkoord aangeboden, terwijl overige schuldeisers buiten het akkoord werden gelaten. Hoewel beide aandeelhouders in hebben gestemd met het akkoord, heeft Uniconsult aangegeven het akkoord te weigeren. Door niet met het akkoord in te stemmen, was Uniconsult niet aan het akkoord gebonden. Dit vormde een grote belemmering voor D-RT Groep om van haar zware schuldenlast te worden bevrijd. Om Uniconsult alsnog te dwingen om mee te werken aan het akkoord heeft de onderneming een kort geding aangespannen, waarbij is aangevoerd dat Uniconsult misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid om het akkoord te kunnen weigeren. D-RT Groep probeert Uniconsult te dwingen alsnog in te stemmen met het aangeboden akkoord. Zij voert daarbij aan dat het akkoord is gestructureerd in lijn met de (toen nog niet geldende) WHOA.
Dreigend faillissement voor RTG
Diverse financiële en operationele herstructureringsmaatregelen waren noodzakelijk om D-RT Groep te redden van faillissement. Als enig aandeelhouder hebben RTG en D-RT Group Netherlands B.V. voordelen bij het laten slagen van het akkoord. Beide partijen dreigen namelijk meegesleurd te worden met het faillissement van D-RT. Een succesvol akkoord zou daarom niet alleen de continuïteit van D-RT Groep waarborgen maar ook perspectief bieden voor de hele groep.
Uniconsult benadeeld door akkoord
Het aangeboden akkoord voldoet volgens Uniconsult echter niet aan de voorwaarden die in rechtspraak zijn ontwikkeld en evenmin aan de eisen van de WHOA. In het akkoord wordt Uniconsult om offers gevraagd die zij niet hoeft te brengen. Ook heeft zij onvoldoende informatie ontvangen om over het akkoord te kunnen stemmen. Onder het aangeboden akkoord zou Uniconsult gedeeltelijk afstand moeten doen van haar vordering op D-RT Groep, maar ook op haar gehele vordering op de aandeelhouder van D-RT Groep RTG uit hoofde van een garantstelling. Dit terwijl Uniconsult deze vordering in een faillissement van D-RT Groep uiteraard wel zou kunnen opeisen bij RTG. Uniconsult heeft daarnaast aangevoerd dat een financiële analyse ontbreekt en dat het erop lijkt dat het akkoord is bedoeld om een management buy-out te realiseren.
Beoordeling
De rechtbank komt tot de voorlopige conclusie dat niet aannemelijk is dat het aangeboden akkoord aan de eisen van de WHOA voldoet. Bovendien verliest Uniconsult met het akkoord haar vordering op RTG, terwijl niet is gezegd dat deze waardeloos is bij een faillissement van D-RT Groep. Niet inzichtelijk is dat RTG ook failleert als D-RT Groep failleert. Omdat Uniconsult belang heeft bij behoud van de garantie, faalt de stelling dat Uniconsult misbruik maakt van haar bevoegdheid om een akkoord te weigeren.
Conclusie
De rechtbank heeft bepaald dat Uniconsult in haar recht stond om het akkoord te weigeren. Hierdoor was het akkoord van de baan wat uiteindelijk het faillissement heeft betekend voor D-RT Group. Door de WHOA wordt voorkomen dat één dwarsliggende schuldeiser ertoe leidt dat een onderneming alsnog failleert. In het geval van D-RT Group is het de vraag of de WHOA uitkomst kon bieden. Om schuldeisers te dwingen mee te werken aan het akkoord moet namelijk tenminste één schuldeiser die in faillissement een uitkering ontvangt hebben voorgestemd. In deze zaak was Uniconsult de enige schuldeiser die in het geval faillissement betaald had gekregen. Een stem voor dit specifieke akkoord had daarom ook een WHOA-traject niet voor de hand gelegen en homologatie van het akkoord daarmee evenmin.