Een duurzame kledingretailer verzoekt tot afkondiging van een afkoelingsperiode voor de periode van vier maanden. Door de coronacrisis is de onderneming in zwaar weer komen te verkeren. De rechtbank Amsterdam wijst het verzoek toe.
Een duurzame kledingretailer verzoekt tot afkondiging van een afkoelingsperiode voor de periode van vier maanden. Door de coronacrisis is de onderneming in zwaar weer komen te verkeren. De rechtbank Amsterdam wijst het verzoek toe.
je wordt automatisch doorverwezen naar de video
De onderneming heeft in augustus 2021 een startverklaring gedeponeerd. Zij is al bezig met de voorbereiding van het akkoord. Daarover zijn met de belangrijkste schuldeisers al gesprekken gevoerd. Veel schuldeisers steunen de duurzame missie van de onderneming en zijn bereid mee te werken aan een akkoord.
De coronacrisis had en heeft nog steeds een grote impact op de retailbranche. Met een beroep op de steunmaatregelen heeft de onderneming kunnen overleven. Zij huurde drie winkelpanden. In kort geding heeft de verhuurder van het winkelpand in Rotterdam ontruiming gevorderd en toegewezen gekregen. Daarmee is een belangrijk deel van de omzet weggevallen.
De onderneming heeft ondertussen al omvangrijke operationele hervormingen doorgevoerd om de bedrijfsvoering te stroomlijnen. Gebleken is echter dat de meeste schuldeisers afwachten en op voorhand geen toezeggingen willen doen wat betreft minnelijke regelingen.
De Rabobank heeft inmiddels de relatie met de onderneming ondergebracht onder ‘bijzonder beheer’. Dat in combinatie met de ontruiming van het winkelpand in Rotterdam, maakt dat de onderneming gebruik wenst te maken van een afkoelingsperiode ten aanzien van alle schuldeisers.
Het akkoord is in het belang van de schuldeisers. Een plotseling faillissement in de retailbranche leidt veelal tot voorraden die voor vrijwel niets worden opgekocht. Continuering van de onderneming zal voor de schuldeisers meer opleveren.
De rechtbank oordeelt dat een afkoelingsperiode noodzakelijk is om de onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over het akkoord te kunnen voortzetten. Doordat de Rabobank de onderneming onder bijzonder beheer heeft geplaatst en al uit een winkelpand is gezet, bestaat het risico dat de onderneming wordt geconfronteerd met andere schuldeisers die verhaalsacties uitoefenen. Daardoor zou de onderneming haar bedrijfsvoering niet kunnen voortzetten, waardoor het akkoord geen doorgang zou kunnen vinden.
De rechtbank wijst het verzoek tot afkoelingsperiode toe. Gebleken is dat een akkoord een hogere uitkering voor de schuldeisers op zal leveren en noodzakelijk voor een ongestoorde voorbereiding van het akkoord. De rechtbank bepaalt dat de afkoelingsperiode een duur heeft van vier maanden. De onderneming moet wel na twee maanden de rechtbank over de voortgang informeren.