Wat zijn de feiten van deze WHOA-uitspraak?
In deze zaak heeft de ondernemer (hierna: “verzoeker”) op 8 januari 2021 een startverklaring gedeponeerd ter griffie. Diezelfde dag heeft verzoeker in een verzoekschrift verzocht om het benoemen van een herstructureringsdeskundige. Daarvoor heeft hij slechts 1 herstructureringsdeskundige aangedragen.
Uitgangspunt op basis van het Landelijk Procesreglement WHOA zaken rechtbanken moeten 2 of 3 namen worden genoemd van mogelijk te benoemen herstructureringsdeskundigen. In afwijking daarvan is het mogelijk om slechts één herstructureringsdeskundige voor te dragen als alle bij het verzoek betrokken partijen het over die herstructureringsdeskundige eens zijn.
Wat oordeelt de rechtbank?
De rechtbank oordeelt dat sprake is van een toestand waarin het redelijk aannemelijk is dat verzoeker met het betalen van zijn schulden niet zal kunnen voortgaan als hij niet wordt geherstructureerd. Dan kan de rechtbank overgaan tot het benoemen van een herstructureringsdeskundige.
Daarbij wordt vooropgesteld dat een herstructureringsdeskundige doeltreffend, onpartijdig en onafhankelijk zijn taak uitvoert. De rechtbank oordeelt dat groot gewicht toegekend moet worden aan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid. De reden hiervoor is – aldus de rechtbank – dat een akkoord ter homologatie kan worden voorgelegd, zonder dat alle klassen van schuldeisers daarmee hebben ingestemd. In een dergelijk geval is het van belang dat een onafhankelijke derde betrokken is die oog heeft voor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers.
De rechtbank heeft initieel wat vraagtekens bij de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de voorgedragen herstructureringsdeskundige. Aanleiding voor die twijfels is dat de herstructureringsdeskundige en verzoeker voorafgaand aan het indienen van het verzoekschrift contact hadden gehad en dat het verzoekschrift feitelijk door de herstructureringsdeskundige was opgesteld.
Toch oordeelt de rechtbank dat er voldaan is aan de vereisten van onpartijdigheid en onafhankelijkheid. De rechtbank ziet hiervoor de volgende aanknopingspunten:
- De betrokkenheid van de beoogd herstructureringsdeskundige is niet verder gegaan dan het in kaart brengen van de situatie om zo een offerte te kunnen opstellen.
- Verzoeker is verwezen naar de herstructureringsdeskundige door één van zijn schuldeisers.
- Er zijn geen kosten in rekening gebracht voor de werkzaamheden tot dusver.
Het reorganisatieplan en de exploitatiebegroting die ten grondslag liggen aan het voornemen van verzoeker om een akkoord aan te bieden, is opgesteld door verzoeker en zijn belastingadviseur vóórdat verzoeker de beoogd herstructureringsdeskundige heeft benaderd.
Omdat ook 2 schuldeisers – en daarmee belanghebbende bij het verzoek tot het benoemen van een herstructureringsdeskundige – lijken in te stemmen met de benoeming, acht de rechtbank 1 offerte voldoende en wordt de herstructureringsdeskundige aanwezen.
Conclusie
In deze uitspraak is slechts sprake van het aandragen van 1 herstructureringsdeskundige. Dit is de uitzondering op het uitgangspunt dat 2 of 3 herstructureringsdeskundigen worden aangedragen. Aangezien het om een besloten procedure gaat en het verzoek tot het benoemen van een herstructureringsdeskundige is gedaan door verzoeker zelf, is in principe voldaan aan het vereiste van het procesreglement dat “alle bij het verzoek betrokken partijen het eens zijn”. Door deze uitspraak wordt inzicht geboden hoe de rechtbank in een dergelijk geval omgaat met de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid.