De feiten
In deze casus is er sprake van een vennootschap onder firma met twee vennoten. In september van 2020 treedt vennoot 2 uit het bedrijf en begint voor zichzelf onder een andere handelsnaam. Er wordt een interne verdeling en vereffening van vermogen van VOF gemaakt en vennoot 1 zet de onderneming voort als eenmanszaak onder dezelfde handelsnaam. Door persoonlijke omstandigheden en de maatregelen die zijn getroffen door de overheid in het kader van de Coronacrisis zijn de bedrijfsactiviteiten stil komen te liggen. Meerdere schuldeiser hebben het faillissement van de eenmanszaak aangevraagd.
De procedure
In januari 2021 heeft de vennoot een verzoekschrift met bijlagen ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant met betrekking tot het afkondigen van een afkoelingsperiode van twee maanden en het aanwijzen van een herstructureringsdeskundige. Dit alles om een WHOA-traject in werking te laten treden. De vennoot heeft gekozen voor een besloten akkoord procedure buiten faillissement en de schuldeisers zijn in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven over de ingediende verzoeken.
De rechtbank
De rechtbank stelt dat zij bevoegd is om deze procedure te openen. Echter stelt de rechtbank dat de verzoeker (de ondernemer/ vennoot) niet-ontvankelijk is in zijn verzoeken. Dit houdt in dat de vennoot, en dus de onderneming, niet in aanmerking komt voor een WHOA-traject. De rechtbank beargumenteert dit door aan te geven wat de bedoeling van de wetgever met de WHOA is. De WHOA is volgens de rechter in leven geroepen om ondernemingen met levensvatbare bedrijfsactiviteiten te helpen met grote financiële problemen. In de wet staat dan ook letterlijk beschreven dat de WHOA niet van toepassing is op “een natuurlijke persoon die geen zelfstandig beroep of bedrijf uitoefent”. Omdat de onderneming in kwestie geen bedrijfsactiviteiten ontplooit, zo heeft verzoeker ook ter zitting verklaard, biedt de WHOA dus geen uitweg. Verzoeker kan simpelweg geen beroep doen op de WHOA.
Conclusie
Om een WHOA-traject te kunnen doorlopen is vereist dat wanneer is sprake is van een natuurlijk persoon, deze persoon handelt vanuit een zelfstandig beroep of bedrijf. Daarbij is bedrijfsactiviteit vereist. Is dit niet het geval? Dan is de WHOA niet van toepassing en kan de onderneming geen WHOA-traject doorlopen.