Fiscaal saneringsverzoek
De Belastingdienst is bereid om onder voorwaarden in te stemmen met een saneringsverzoek met betrekking tot haar belastingvorderingen. Hiervoor is allereerst van belang dat aannemelijk is dat volledige betaling van de schuld ook met toepassing van de (verruimde) uitstelmogelijkheden niet mogelijk is.
De Belastingdienst zal tot een saneringsverzoek uitgenodigd moeten worden via een voorgeschreven formulier. In dit formulier dient (onder meer) te worden ingevuld wat de huidige belastingschuld betreft, en welk gedeelte de onderneming kan voldoen. Ter onderbouwing van dit aanbod dienen verscheidene verklaringen en berekeningen ten behoeve van het verzoek worden ingediend, alsmede zal een groot gedeelte van de administratie van de onderneming ingevuld dan wel overgelegd moeten worden.
Naast een correct ingevuld formulier dient een positieve externe beoordeling van de levensvatbaarheid van de onderneming meegezonden te worden. Deze levensvatbaarheidstoets wordt veelal gemaakt door onafhankelijke financiële experts. De levensvatbaarheidstoets dient aan te tonen dat de onderneming na sanering de werkzaamheden voort kan zetten zonder dreiging van faillissement. In een recente uitspraak in kort geding heeft de rechter geoordeeld dat het de Belastingdienst vrij staat om – ondanks een positieve verklaring van de accountant – geen medewerking aan een saneringsakkoord te verlenen indien niet voldaan is aan de ‘zelfstandigheidstoets’. Deze toets houdt in dat indien een onderneming na sanering niet zelfstandig levensvatbaar is, de Ontvanger haar medewerking niet hoeft te verlenen.
Bij het fiscale saneringsverzoek moet eveneens een gemotiveerde verklaring van het ontstaan van de financiële problemen worden bijgevoegd. De onderneming omstandigheden moeten aanwijzen, en onderbouwen waarom deze omstandigheden tot de nijpende situatie hebben geleid. In de praktijk is bijvoorbeeld Covid-19 een veel aangedragen omstandigheid. Of de Belastingdienst dat als een voldoende motivering beschouwt, hangt af van alle bijkomende omstandigheden.
Tot slot dient het verzoek een liquiditeitsprognose van 24 maanden te bevatten, waaruit blijkt welke aflossingscapaciteit gedurende die periode naar verwachting beschikbaar is. Voorondernemers die uitstel genieten op basis van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis, of redelijkerwijs daarvoor in aanmerking komen inclusief de betalingsregeling, geldt tevens dat het volgens de prognose niet aannemelijk is dat zij aan de volledige belastingschuld kan voldoen. Het is de ondernemer toegestaan bij het bepalen in welke mate de (on)mogelijkheid bestaat om tot betaling van de schuld over te gaan, rekening te houden met noodzakelijke investeringen.
De Ontvanger geeft de ondernemer bij een onvolledig verzoek of een verzoek dat niet is ingediend via het voorgeschreven formulier, 90 dagen de tijd om het verzoek aan te vullen of te herstellen. Om de mogelijkheden tot een saneringsakkoord te onderzoeken, ziet de Ontvanger gedurende die termijn af van dwanginvorderingsmaatregelen. De Ontvanger neemt wel invorderingsmaatregelen als hij vreest dat de belangen van de Staat kunnen worden geschaad, bijvoorbeeld ingeval van de vrees tot verduistering van activa die verhaal kan bieden aan de Ontvanger. De Ontvanger kan de initiële periode verlengen met 30 dagen als de ondernemer aannemelijk heeft gemaakt dat de betreffende verlening nodig is om alsnog tot een saneringsakkoord te kunnen komen.
Voorwaarden toewijzing fiscaal saneringsverzoek
De Belastingdienst heeft verschillende (abstracte) voorwaarden gesteld aan toewijzing van een saneringsverzoek. Deze worden onderstaand bondig behandeld.
i. onmogelijkheid voldoening volledige belastingschuld
Het dient aannemelijk te zijn dat de ondernemer ondanks de (verruimde) uitstelmogelijkheden zijn belastingschuld niet (volledig) zal kunnen betalen.
ii. het bedrag is substantieel en minimaal het dubbele percentage van hetgeen aan concurrente schuldeisers wordt aangeboden.
Zowel in absolute zin als in relatie tot de openstaande belastingschuld dient het aangeboden bedrag substantieel te zijn. Met andere woorden: het aangeboden bedrag moet de moeite waard zijn voor de Belastingdienst, afgezet tegen haar eventuele opbrengst in een faillissement. Wat ‘substantieel’ exact is, hangt af van de omstandigheden binnen de onderneming, maar is nergens door de Belastingdienst (objectief) gedefinieerd.
De Belastingdienst kent in faillissement verschillende voorrechten om haar vordering voldaan te zien. Daarom gaat zij normaliter enkel akkoord met een saneringsverzoek, indien zij het dubbele percentage toegekend krijgt ten opzichte van de concurrente schuldeisers (schuldeisers die binnen een faillissement geen voorrang op verhaal hebben). Tot en met oktober 2023 zal de Belastingdienst bij de saneringen voor ondernemers tijdelijk afzien van het eisen van een dubbelpercentage.
iii. de onderneming is na sanering levensvatbaar
Zoals hierboven reeds beschreven, dient de onderneming na de sanering naar verwachting levensvatbaar te zijn. Daarvan is sprake als uit het verzoek en de daarbij behorende prognose blijkt dat alle kosten van de bedrijfsvoering kunnen worden betaald. Ook moet er voldoende ruimte zijn om de noodzakelijk groei- en vervangingsinvesteringen te financieren. Bovendien moet uit de prognose blijken dat de ondernemer zijn verplichtingen die opkomen tijdens het saneringstraject tijdig kan voldoen.Levensvatbaarheid wordt verondersteld als: 1) de onderneming een positieve beoordeling over de levensvatbaarheid overlegt van een bank, accountant of herstructureringsdeskundige en 2) de Ontvanger geen aanleiding ziet om de levensvatbaarheid te onderzoeken. Dit is een discretionaire bevoegdheid van de Ontvanger.
iv. de ondernemer is te goeder trouw
De (belasting)schuld mag niet zijn ontstaan door ernstig verwijtbaar handelen van de ondernemer. De Belastingdienst weegt bij haar overweging onder meer mee of zij voldoende op tijd betrokken is bij de financiële problematiek van de onderneming, en de eventueel daarop volgende saneringstrajecten. Ook hecht zij belang aan het tijdig hebben verricht van aangiftes.
v. overige schuldeisers akkoord
De Belastingdienst stemt enkel in met een saneringsverzoek, indien alle overige schuldeisers ook akkoord zijn (lees: bereid zijn) hun vordering te saneren. Hierop bestaan enkele uitzonderingen. De schuldenaar kan ervoor kiezen de crediteuren die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van de onderneming (de zogeheten ‘essentiële’ crediteuren) volledig te voldoen, omdat zonder hun medewerking een faillissement onafwendbaar is. De Ontvanger toetst kritisch of daadwerkelijk sprake is van een ‘essentiële’ crediteur. Naast de essentiële crediteuren kunnen ook ‘belangrijke’ crediteuren volledig worden voldaan. Dit betreffen bijvoorbeeld de adviseurs die het saneringstraject begeleiden.
Betaling
Indien het verzoek tot sanering aan alle voorwaarden voldoet en wordt toegewezen, betaalt de ondernemer het aangeboden bedrag in beginsel ineens. Indien dat niet mogelijk is, kan dit betaald worden in maximaal 12 gelijke maandelijkse termijnen.
Conclusie
De Belastingdienst is ondervoorwaarden bereid om in te stemmen met een fiscaal saneringsverzoek voorondernemers in zwaar weer. Aan het indienen van een dergelijk formulier gaat veel voorbereiding vooraf. Zo dienen de overige schuldeisers betrokken te worden en dient een faillissementsscenario te worden afgezet tegen een saneringsscenario. In dat kader is het van belang tijdig aan de voorbereiding van een fiscaal saneringsverzoek te beginnen.
Meer weten? Neem gerust contact op met de specialisten van Alles Over WHOA. Luister voor meer inzicht in de besluitvorming en expertise bij de Belastingdienst de podcast met Jasper Graaff, voorzitter van de Kennisgroep invordering & civiel recht bij de belastingdienst.